Zodra je kennismaakt met iemand en vertelt dat je kinderen hebt, volgt vrijwel automatisch “Hoeveel kinderen heb je?”. En eigenlijk wordt met deze vraag automatisch ook bedoeld dat je vertelt wat het geslacht is van je kinderen.
Tot 10 jaar geleden was het antwoord op deze vraag voor mij eenvoudig. Zonder aarzelen vertelde ik van mijn twee kinderen: een dochter en een zoon. Maar ja, toen bleek dat mijn dochter toch niet mijn dochter was. Lange tijd bleef het aantal kinderen nog op 2 staan, maar het geslacht werd een dingetje. Niet omdat ik niet accepteerde dat mijn dochter eigenlijk mijn zoon was. Maar wel omdat ik het gevoel had dat iedere keer dat ik zei dat ik twee zoons had, ik feitelijk de dochter die ik ooit had verzweeg. En dat deed zeer, want ik wilde niet doen alsof de dochter die ik ooit had en waar ik zoveel van hield nooit had bestaan.
Dit onderwerp heeft mij lang bezig gehouden en ik heb gemerkt dat ik in iedere fase van de transitie er weer iets anders mee om ging. Dat had ook te maken met de rouw om het verlies van mijn dochter waar ik in kwam. Het lichaam van Emma is ook het lichaam van Sietse. Het is niet zo dat ik de één heb ingeruild voor de ander. En toen merkte ik gaandeweg dat Emma voor mij een heel ander kind is dan Sietse. En zo ontstond bij mij het gevoel dat ik gevoelsmatig 3 kinderen heb. Mijn jongste, mijn dochter die op haar 13e uit ons leven is vertrokken en mijn zoon die op zijn 13e in ons leven is gekomen.
Ik ben niet de enige die er op deze manier mee omgaat. Er zijn veel meer ouders voor wie het zo werkt. Blijft over welk antwoord je geeft op de vraag hoeveel kinderen je hebt. Ik heb twee antwoorden en afhankelijk van de persoon die het vraagt, en mijn stemming, kies ik welk antwoord ik geef. Ofwel ik heb 2 zoons of ik heb 2 zoons en een dochter. Nog even los van de vriendinnen van Sietse die mij als moeder hebben geadopteerd.
Kirsten